Vertaling van aarde

Inhoud:

Nederlands
Duits
aarde [v], aardrijk [o], bodem [m], grond [m], land [o], aardbodem {zn.}
Land [o] (das ~)
Erde [v] (die ~)
Boden [m] (der ~)
Grund [m] (der ~)
Terrain [o] (das ~)
Erdboden [m] (der ~)
De aarde is rond.
Die Erde ist rund.
Marsmannetjes hebben de aarde veroverd.
Die Marsmenschen haben die Erde besetzt.
aarde [v], bodem [m], fond [o], grond [m], ondergrond, voedingsbodem {zn.}
Boden [m] (der ~)
Land [o] (das ~)
Erdreich
Erdboden [m] (der ~)
Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.
Am Boden des Glases gibt es noch einen Weinrest.
De oude man viel op de grond.
Der alte Mann fiel auf den Boden.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De aarde is rond.

Die Erde ist rund.

Marsmannetjes hebben de aarde veroverd.

Die Marsmenschen haben die Erde besetzt.

De maan draait rond de aarde.

Der Mond dreht sich um die Erde.

Niemand weet wanneer de Aarde ontstaan is.

Niemand weiß, wann die Erde entstanden ist.

De maan draait rond de aarde.

Der Mond bewegt sich um die Erde.

Wij dachten dat de aarde rondom de zon bewoog.

Wir glaubten, die Erde drehe sich um die Sonne.

Welke is groter, de zon of de aarde?

Was ist größer, die Sonne oder die Erde?

In het begin schiep God de hemel en de aarde.

Am Anfang schuf Gott Himmel und Erde.

Alle mensen op aarde stammen af van een gemeenschappelijke voorouder.

Alle Menschen auf der Erde stammen von einem gemeinsamen Vorfahren ab.

In het begin schiep God de hemel en de aarde.

Am Anfang schuf Gott Himmel und Erde.

Eeuwen later waren er meer mensen in de ruimte dan er op Aarde waren.

Jahrhunderte später gab es im All mehr Menschen als auf der Erde.

De helft van de aarde die niet naar de zon is gekeerd is altijd donker.

Die der Sonne abgewandte Erdhälfte ist immer dunkel.


Gerelateerd aan aarde

aardrijk - bodem - grond - land - aardbodem - fond - ondergrond - voedingsbodem