Vertaling van afdrogen
Inhoud:
Nederlands
Duits
afdrogen, afranselen, kletteren {ww.}
verhauen
ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen
ich werde verhauen
du wirst verhauen
er/sie/es wird verhauen
» meer vervoegingen van verhauen
afdrogen, vegen, afvegen, wissen, afwissen {ww.}
wischen
ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen
ich werde wischen
du wirst wischen
er/sie/es wird wischen
» meer vervoegingen van wischen
drogen, afdrogen, droogmaken, uitdrogen {ww.}
trocknen
austrocknen
dörren
austrocknen
dörren
ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen
ich werde trocknen
du wirst trocknen
er/sie/es wird trocknen
» meer vervoegingen van trocknen