Vertaling van afdrukken

Inhoud:

Nederlands
Duits
afdrukken, kopiëren, nabootsen, namaken {ww.}
Duplizieren
Kopieren

ik zal afdrukken
jij zult afdrukken
hij/zij/het zal afdrukken

ich werde duplizieren
du wirst duplizieren
er/sie/es wird duplizieren
» meer vervoegingen van duplizieren

aanmunten, afdrukken, slaan, stempelen, zijn stempel drukken op {ww.}
abstempeln

ik zal afdrukken
jij zult afdrukken
hij/zij/het zal afdrukken

ich werde abstempeln
du wirst abstempeln
er/sie/es wird abstempeln
» meer vervoegingen van abstempeln

drukken, afdrukken, boekdrukken, printen {ww.}
prägen
drucken

ik zal afdrukken
jij zult afdrukken
hij/zij/het zal afdrukken

ich werde prägen
du wirst prägen
er/sie/es wird prägen
» meer vervoegingen van prägen

afschrift [o], afdruk (mv. afdrukken) [m], kopie [v], namaaksel [o] {zn.}
Kopie [v] (die ~)
Nachbildung [v] (die ~)
Abschrift [v] (die ~)
Abdruck [m] (der ~)
Deze kopie verschilt met het origineel.
Diese Kopie weicht vom Original ab.
Je zoon is bijna een kopie van je vader.
Dein Sohn ist fast eine Kopie deines Vaters.
afdruk (mv. afdrukken) [m], exemplaar [o] {zn.}
Stück [o] (das ~)
Exemplar [o] (das ~)