Vertaling van afleggen

Inhoud:

Nederlands
Duits
afleggen, opgeven, prijsgeven {ww.}
ablassen

ik zal afleggen
jij zult afleggen
hij/zij/het zal afleggen

ich werde ablassen
du wirst ablassen
er/sie/es wird ablassen
» meer vervoegingen van ablassen

afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door {ww.}
durchqueren
hindurchgehen
durchgehen

ik zal afleggen
jij zult afleggen
hij/zij/het zal afleggen

ich werde durchqueren
du wirst durchqueren
er/sie/es wird durchqueren
» meer vervoegingen van durchqueren

afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken {ww.}
zurücklegen

ik zal afleggen
jij zult afleggen
hij/zij/het zal afleggen

ich werde zurücklegen
du wirst zurücklegen
er/sie/es wird zurücklegen
» meer vervoegingen van zurücklegen



Gerelateerd aan afleggen

opgeven - prijsgeven - aflopen - doorgaan - gaan door - afdoen - afzetten - uitdoen - uitkrijgen - uittrekken