Vertaling van afpersen
Inhoud:
Nederlands
Duits
afdwingen, afpersen, knevelen {ww.}
erzwingen
ik zal afpersen
jij zult afpersen
hij/zij/het zal afpersen
ich werde erzwingen
du wirst erzwingen
er/sie/es wird erzwingen
» meer vervoegingen van erzwingen