Vertaling van afschuwelijk
Inhoud:
Nederlands
Duits
afschuwelijk, ijselijk, afgrijselijk, verfoeilijk, abominabel {bn.}
verabscheuenswert
verabscheuenswürdig
abscheulich
gräßlich
scheußlich
gräulich
verabscheuenswürdig
abscheulich
gräßlich
scheußlich
gräulich
afgrijselijk, afschuwelijk, abominabel, ijselijk, verfoeilijk {bn.}
abscheulich
verabscheuend
gräßlich
verabscheuend
gräßlich
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik heb afschuwelijk gedroomd.
Ich hatte einen schrecklichen Traum.
Wat een afschuwelijk weer!
Was für ein Sauwetter!