Vertaling van afslaan

Inhoud:

Nederlands
Duits
afslaan, afwijken {ww.}
abweichen
abschweifen

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

ich werde abweichen
du wirst abweichen
er/sie/es wird abweichen
» meer vervoegingen van abweichen

afslaan, blijven staan, halt houden, stilhouden, stilstaan, stoppen {ww.}
stehen bleiben
innehalten
stoppen
stocken
Halt machen
anhalten
halten

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

ich werde innehalten
du wirst innehalten
er/sie/es wird innehalten
» meer vervoegingen van innehalten

Ga je daar de hele dag blijven staan?
Wirst du dort den ganzen Tag stehen bleiben?
afslaan, aftrekken, korten, korting geven {ww.}
nachlassen
Rabatt geben
ablassen

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

ich werde nachlassen
du wirst nachlassen
er/sie/es wird nachlassen
» meer vervoegingen van nachlassen

afslaan, pareren, terugslaan, terugstoten {ww.}
zurückschlagen

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

ich werde zurückschlagen
du wirst zurückschlagen
er/sie/es wird zurückschlagen
» meer vervoegingen van zurückschlagen

afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen {ww.}
abweisen
ablehnen
ausschlagen
ausmerzen

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

ich werde abweisen
du wirst abweisen
er/sie/es wird abweisen
» meer vervoegingen van abweisen