Vertaling van aftrekken

Inhoud:

Nederlands
Duits
aftrekken, laten trekken, zetten, trekken {ww.}
infundieren
ziehen lassen
aufgießen

ik zal aftrekken
jij zult aftrekken
hij/zij/het zal aftrekken

ich werde infundieren
du wirst infundieren
er/sie/es wird infundieren
» meer vervoegingen van infundieren

aftrekken {ww.}
subtrahieren
abziehen

ik zal aftrekken
jij zult aftrekken
hij/zij/het zal aftrekken

ich werde subtrahieren
du wirst subtrahieren
er/sie/es wird subtrahieren
» meer vervoegingen van subtrahieren

aftrekken, zich aftrekken, masturberen {ww.}
wichsen

ik zal aftrekken
jij zult aftrekken
hij/zij/het zal aftrekken

ich werde wichsen
du wirst wichsen
er/sie/es wird wichsen
» meer vervoegingen van wichsen

aftellen, aftrekken, inhouden, korten {ww.}
abrechnen

ik zal aftrekken
jij zult aftrekken
hij/zij/het zal aftrekken

ich werde abrechnen
du wirst abrechnen
er/sie/es wird abrechnen
» meer vervoegingen van abrechnen

afslaan, aftrekken, korten, korting geven {ww.}
nachlassen
Rabatt geben
ablassen

ik zal aftrekken
jij zult aftrekken
hij/zij/het zal aftrekken

ich werde nachlassen
du wirst nachlassen
er/sie/es wird nachlassen
» meer vervoegingen van nachlassen


Gerelateerd aan aftrekken

laten trekken - zetten - trekken - zich aftrekken - masturberen - aftellen - inhouden - korten - afslaan - korting geven