Vertaling van aftuigen
Inhoud:
Nederlands
Duits
afranselen, aftuigen, beuken {ww.}
verbläuen
verprügeln
verhauen
verprügeln
verhauen
ik zal aftuigen
jij zult aftuigen
hij/zij/het zal aftuigen
ich werde verbläuen
du wirst verbläuen
er/sie/es wird verbläuen
» meer vervoegingen van verbläuen