Vertaling van afwateren
Inhoud:
Nederlands
Duits
aftappen, afwateren, draineren, droogleggen {ww.}
trockenlegen
dränieren
dränen
entwässern
dränieren
dränen
entwässern
ik zal afwateren
jij zult afwateren
hij/zij/het zal afwateren
ich werde trockenlegen
du wirst trockenlegen
er/sie/es wird trockenlegen
» meer vervoegingen van trockenlegen