Vertaling van afwegen
Inhoud:
Nederlands
Duits
afwegen, doseren {ww.}
abmessen
zumessen
dosieren
zumessen
dosieren
ik zal afwegen
jij zult afwegen
hij/zij/het zal afwegen
ich werde abmessen
du wirst abmessen
er/sie/es wird abmessen
» meer vervoegingen van abmessen
beschouwen, nagaan, overwegen, afwegen {ww.}
sich überlegen
betrachten
erwägen
berücksichtigen
betrachten
erwägen
berücksichtigen
ik zal afwegen
jij zult afwegen
hij/zij/het zal afwegen
ich werde betrachten
du wirst betrachten
er/sie/es wird betrachten
» meer vervoegingen van betrachten
het gewicht bepalen, wegen, afwegen {ww.}
wiegen
abwägen
wägen
abwägen
wägen
ik zal afwegen
jij zult afwegen
hij/zij/het zal afwegen
ich werde wiegen
du wirst wiegen
er/sie/es wird wiegen
» meer vervoegingen van wiegen
Op de maan zou ik maar vijftien kilo wegen.
Auf dem Mond würde ich bloß fünfzehn Kilo wiegen.