Vertaling van afzetten
ik zal afzetten
jij zult afzetten
hij/zij/het zal afzetten
ich werde entthronen
du wirst entthronen
er/sie/es wird entthronen
» meer vervoegingen van entthronen
zieren
versehen
schmücken
ausstatten
verzieren
garnieren
einfassen
besetzen
ik zal afzetten
jij zult afzetten
hij/zij/het zal afzetten
ich werde ausschmücken
du wirst ausschmücken
er/sie/es wird ausschmücken
» meer vervoegingen van ausschmücken
amputieren
abnehmen
ik zal afzetten
jij zult afzetten
hij/zij/het zal afzetten
ich werde abschneiden
du wirst abschneiden
er/sie/es wird abschneiden
» meer vervoegingen van abschneiden
abstellen
ik zal afzetten
jij zult afzetten
hij/zij/het zal afzetten
ich werde abstellen
du wirst abstellen
er/sie/es wird abstellen
» meer vervoegingen van abstellen
ik zal afzetten
jij zult afzetten
hij/zij/het zal afzetten
ich werde zurücklegen
du wirst zurücklegen
er/sie/es wird zurücklegen
» meer vervoegingen van zurücklegen