Vertaling van aggregeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
samenvoegen, aggregeren, bijeenhopen, verzamelen {ww.}
zusammenballen
verbinden
aggregieren
verbinden
aggregieren
wij aggregeren
jullie aggregeren
zij aggregeren
wir ballen zusammen
ihr ballt zusammen
sie ballen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenballen