Vertaling van akkoord

Inhoud:

Nederlands
Duits
akkoord [o], inrichting [v], regeling [v], schikking [v], zetting [v], maatregel {zn.}
Veranstaltung [v] (die ~)
Anlaß [m] (der ~)
Arrangement [v] (die ~)
Bearbeitung [v] (die ~)
Einigung [v] (die ~)
Übereinkunft [v] (die ~)
Einteilung [v] (die ~)
Anordnung [v] (die ~)
Ordnung [v] (die ~)
Zusammenstellung [v] (die ~)
Einrichtung [v] (die ~)
overeenstemming [v] (de ~), conformiteit, eendracht [m] (de ~), unanimiteit [v] (de ~), eensgezindheid [v] (de ~), eenstemmigheid [v] (de ~), enigheid, harmonie [m] (de ~), uniformiteit [v] (de ~), concordantie [v] (de ~), overeenkomst [v] (de ~), akkoord [o] {zn.}
Einklang [m] (der ~)
Kongruenz [v] (die ~)
Klang [m] (der ~)
Zusammenklang [m] (der ~)
Übereinstimmung [v] (die ~)
Übereinkommen [o] (das ~)
Abkommen [o] (das ~)
Akkord [m] (der ~)
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
Wir müssen lernen, im Einklang mit der Natur zu leben.
afspraak [v], akkoord [o], schikking [v], verbintenis [v] {zn.}
Übereinkunft [v] (die ~)
Einverständnis [o] (das ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ze zullen nooit akkoord gaan.

Sie werden niemals zustimmen.

Spijtiggenoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.

Es tut mir leid, aber ich kann dem nicht zustimmen.

Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.

Es ist mir gleichgültig, ob er zustimmt oder nicht.