Vertaling van allen
Inhoud:
Nederlands
Duits
al de, alle, allemaal, allen {zn.}
alle
Waar wonen jullie allemaal?
Wo wohnt ihr alle?
Eén voor allen, allen voor één.
Einer für alle, alle für einen.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Eén voor allen, allen voor één.
Einer für alle, alle für einen.
Allen is een dichter.
Alan ist ein Poet.
Oorlog gaat ons allen aan.
Krieg geht uns alle etwas an.
Ze zochten allen naar het vermiste kind.
Sie alle suchten nach dem vermissten Kind.
Ze staarden met zijn allen naar de bewegingen van de magiër.
Sie starrten alle auf des Magiers Bewegungen.
Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.
Jetzt lese ich, du liest und er liest; Wir lesen alle.