Vertaling van antwoord

Inhoud:

Nederlands
Duits
antwoord [o], bescheid [o], wederwoord [o], weerwoord {zn.}
Antwort [v] (die ~)
Weet je het antwoord?
Kennen Sie die Antwort?
Is mijn antwoord juist?
Ist meine Antwort korrekt?
antwoorden, antwoorden op, beantwoorden, verantwoorden {ww.}
antworten
erwidern
entgegnen

ik antwoord

ich antworte
» meer vervoegingen van antworten

Kan iemand anders antwoorden?
Kann jemand anderes antworten?
De enige nuttige antwoorden zijn die antwoorden die nieuwe vragen oproepen.
Antworten sind nur dann nützlich, wenn sie neue Fragen aufwerfen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Antwoord.

Antworten Sie mir.

Weet je het antwoord?

Kennst du die Antwort?

Zijn antwoord was negatief.

Seine Antwort war negativ.

Bedankt voor uw antwoord.

Danke für deine Antwort.

Weet je het antwoord?

Kennen Sie die Antwort?

Is mijn antwoord juist?

Ist meine Antwort korrekt?

Zijn antwoord was negatief.

Ihre Antwort war negativ.

Het antwoord maakte mij boos.

Die Antwort ärgerte mich.

Zijn domme antwoord verbaasde iedereen.

Seine dumme Antwort verwunderte alle.

Hij gaf zijn ouders antwoord.

Er antwortete seinen Eltern.

Geef me een precies antwoord.

Geben Sie mir eine genaue Antwort.

Hij gaf zijn ouders antwoord.

Er antwortete seinen Eltern.

Misschien wist zij het antwoord.

Vielleicht wusste sie die Antwort.

Is het antwoord niet eenvoudig?

Ist die Antwort nicht einfach?

Wil jij dat ik antwoord geef?

Willst du, dass ich antworte?


Gerelateerd aan antwoord

bescheid - wederwoord - weerwoord - antwoorden - antwoorden op - beantwoorden - verantwoorden