Vertaling van baar

Inhoud:

Nederlands
Duits
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
Stange [v] (die ~)
Barre
baar, contant {bn.}
bar
kontant
baar [v], golf, gulp [v] {zn.}
Woge [v] (die ~)
Welle [v] (die ~)
baar [v], draagbaar [v] {zn.}
Träger
Bahre [v] (die ~)
baren, bevallen, het leven schenken, teweegbrengen, voortbrengen {ww.}
zur Welt bringen
gebären

ik baar

ich gebare mich
» meer vervoegingen van gebaren