Vertaling van bars

Inhoud:

Nederlands
Duits
bars, honds, nors, nurks, onaardig, onvriendelijk, stuurs, zuur {bn.}
brummig
unwirsch
unfreundlich
bars, bruusk, kortaangebonden {bn.}
barsch
brüsk
schroff
bar (mv. bars) [m], buffet [o], tapkast {zn.}
Schanktisch [m] (der ~)
Geschirrschrank [m] (der ~)
Anrichtetisch
Büffet [o] (das ~)
Theke [v] (die ~)
Buffet [o] (das ~)
Schankraum [m] (der ~)
Büfett [o] (das ~)
bar (mv. bars), onvruchtbaar, vruchteloos {bn.}
fruchtlos
steril
ohne Frucht
ohne Früchte
ergebnislos
unfruchtbar
kinderlos
bar (mv. bars) {zn.}
Bar
bar (mv. bars) [m], tapperij [v], herberg, kroeg {zn.}
Kneipe [v] (die ~)
Tom gooide Mary uit de kroeg.
Tom hat Mary aus der Kneipe geschmissen.
bar (mv. bars), duchtig, hard, straf, streng, zwaar {bn.}
streng
bar (mv. bars), verschrikkelijk {bw.}
furchtbar