Vertaling van bedanken

Inhoud:

Nederlands
Duits
danken, bedanken, dank betuigen, te danken hebben {ww.}
danken
verdanken
sich bedanken

wij bedanken
jullie bedanken
zij bedanken

wir danken
ihr dankt
sie danken
» meer vervoegingen van danken

Niets te danken!
Nichts zu danken.
Hij zou u moeten danken.
Er sollte dir danken.
aftreden, bedanken, uittreden, ontslag nemen {zn.}
Amt niederlegen
aus dem Amt ausscheiden
ausscheiden
aus dem Dienst ausscheiden
abdanken


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik kan hem niet genoeg bedanken.

Ich kann ihm nicht genug danken.

Ik kan hem niet genoeg bedanken.

Ich kann ihm nicht genug danken.

Allereerst wil ik u bedanken voor de gastvrijheid.

Zuerst möchte ich mich bei Ihnen für die Gastfreundlichkeit bedanken.


Gerelateerd aan bedanken

danken - dank betuigen - te danken hebben - aftreden - uittreden - ontslag nemen