Vertaling van befaamdheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
faam [v], befaamdheid [v], reputatie [v], mare, roem, roep {zn.}
Ruf [m] (der ~)
Leumund [m] (der ~)
Gerücht [o] (das ~)
Hij heeft een goede reputatie.
Er hat einen guten Ruf.


Gerelateerd aan befaamdheid

faam - reputatie - mare - roem - roep