Vertaling van beheren

Inhoud:

Nederlands
Duits
beheren, besturen, huishouden {ww.}
wirtschaften
haushalten

wij beheren
jullie beheren
zij beheren

wir wirtschaften
ihr wirtschaftet
sie wirtschaften
» meer vervoegingen van wirtschaften

besturen, bestieren, managen, administreren, beheren, toedienen {ww.}
verwalten
leiten
administrieren

wij beheren
jullie beheren
zij beheren

wir verwalten
ihr verwaltet
sie verwalten
» meer vervoegingen van verwalten

administreren, beheren, besturen, toedienen {ww.}
verwalten
leiten
administrieren

wij beheren
jullie beheren
zij beheren

wir verwalten
ihr verwaltet
sie verwalten
» meer vervoegingen van verwalten



Gerelateerd aan beheren

besturen - huishouden - bestieren - managen - administreren - toedienen