Vertaling van bekeken
Inhoud:
Nederlands
Duits
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
grell
herb
scharf
beißend
heftig
hart
rau
streng
herb
scharf
beißend
heftig
hart
rau
streng
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
schauen
ansehen
anschauen
zusehen
zuschauen
blicken
anblicken
ansehen
anschauen
zusehen
zuschauen
blicken
anblicken
wij bekeken
jullie bekeken
zij bekeken
wir schauten
ihr schautet
sie schauten
» meer vervoegingen van schauen
Ik zou graag tv kijken.
Ich würde gern Fernsehen schauen.
Nu ga ik naar het nieuws kijken op TV.
Ich werde mir jetzt die Fernsehnachrichten ansehen.