Vertaling van bekwaamheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
bekwaamheid [v], vermogen {zn.}
Kapazität [v] (die ~)
Vermögen [o] (das ~)
Befähigung [v] (die ~)
bekwaamheid [v], kundigheid [v] {zn.}
Kapazität [v] (die ~)


Gerelateerd aan bekwaamheid

vermogen - kundigheid