Vertaling van beleggen
Inhoud:
Nederlands
Duits
beleggen, inhuldigen, investeren {ww.}
investieren
einkleiden
einkleiden
wij beleggen
jullie beleggen
zij beleggen
wir investieren
ihr investiert
sie investieren
» meer vervoegingen van investieren
beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven {ww.}
hervorrufen
wij beleggen
jullie beleggen
zij beleggen
wir rufen hervor
ihr ruft hervor
sie rufen hervor
» meer vervoegingen van hervorrufen
beleggen, dekken, bedekken, toedekken {ww.}
zudecken
verhüllen
einhüllen
bedecken
decken
belegen
verhüllen
einhüllen
bedecken
decken
belegen
wij beleggen
jullie beleggen
zij beleggen
wir decken zu
ihr deckt zu
sie decken zu
» meer vervoegingen van zudecken