Vertaling van belemmeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
belemmeren, hinderen, storen, verstoren {ww.}
stören
lästig werden
genieren
belästigen
behindern
beengen
lästig werden
genieren
belästigen
behindern
beengen
wij belemmeren
jullie belemmeren
zij belemmeren
wir stören
ihr stört
sie stören
» meer vervoegingen van stören
Niet storen.
Nicht stören.
Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.
Ich werde mir Mühe geben, dich nicht beim Lernen zu stören.
afdammen, afsluiten, belemmeren, stuwen, versperren {ww.}
hemmen
behindern
aufhalten
absperren
versperren
sperren
hindern
behindern
aufhalten
absperren
versperren
sperren
hindern
wij belemmeren
jullie belemmeren
zij belemmeren
wir hemmen
ihr hemmt
sie hemmen
» meer vervoegingen van hemmen