Vertaling van beloven
Inhoud:
Nederlands
Duits
beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen {ww.}
zusagen
verheißen
versprechen
geloben
verheißen
versprechen
geloben
wij beloven
jullie beloven
zij beloven
wir sagen zu
ihr sagt zu
sie sagen zu
» meer vervoegingen van zusagen