Vertaling van ben

Inhoud:

Nederlands
Duits
ben [v], korf [m], mand [v], slof [m] {zn.}
Korb [m] (der ~)
Leg alles in mijn korf.
Legen Sie alles in meinen Korb.
Er waren veel rotte appels in de mand.
Es waren viele faule Äpfel im Korb.
wezen, zijn {ww.}
sein

ik ben

ich bin
» meer vervoegingen van sein

Programmeertalen zijn zijn hobby.
Programmiersprachen sind sein Hobby.
Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
Sein Vater scheint Anwalt zu sein.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik ben het.

Ich bin's.

Ben je een tovenaar?

Bist du ein Zauberer?

Ben je doof?

Bist du taub?

Ik ben oude.

Ich bin alt.

Ben je klaar?

Seid ihr fertig?

Ik ben 19 jaar.

Ich bin 19.

Ik ben verkouden.

Ich habe mich erkältet.

Ik ben van Shikoku.

Ich komme aus Shikoku.

Pardon, ik ben verdwaald.

Entschuldigen Sie, ich habe mich verirrt.

Ik ben een held.

Ich bin ein Held.

Ik ben Antonio.

Ich bin Antonio.

Ik ben erg gevaarlijk.

Ich bin sehr gefährlich.

Ik ben Susan Greene.

Ich bin Susan Greene.

Ben je gek?

Machst du Scherze?

Ik ben zo terug.

Ich werde bald zurück sein.


Gerelateerd aan ben

korf - mand - slof - wezen - zijn