Vertaling van bepaald

Inhoud:

Nederlands
Duits
bepaald, ongetwijfeld, vast, wel degelijk, zeker {bw.}
allerdings
bestimmt
freilich
gewiß
wohl
sicher
sicherlich
bepaald, definitief {bn.}
bestimmt
bepaald, beslist, per se, strikt, volstrekt, vooral, zeker {bw.}
absolut
ausdrücklich
durchaus
unausbleiblich
unfehlbar
bepaald, ongetwijfeld, zeker {bw.}
zweifelsohne
ohne Zweifel
zweifellos
bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen {ww.}
regeln
formulieren
verankern
bestimmen
einspannen
festspannen
aufstecken
festsetzen
festbinden
anstecken
anbringen
festmachen
fixieren
aufstellen
aufspannen
abstecken
befestigen

ik heb bepaald
jij hebt bepaald
hij/zij/het heeft bepaald

ich habe geregelt
du hast geregelt
er/sie/es hat geregelt
» meer vervoegingen van regeln

bepalen, definiëren, omschrijven {ww.}
festsetzen
definieren
festlegen
bestimmen

ik heb bepaald
jij hebt bepaald
hij/zij/het heeft bepaald

ich habe festgesetzt
du hast festgesetzt
er/sie/es hat festgesetzt
» meer vervoegingen van festsetzen