Vertaling van beroerd
Inhoud:
Nederlands
Duits
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
böse
schlecht
übel
schlimm
schlecht
übel
schlimm
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
berühren
tangieren
anrühren
rühren
tangieren
anrühren
rühren
ik heb beroerd
jij hebt beroerd
hij/zij/het heeft beroerd
ich habe berührt
du hast berührt
er/sie/es hat berührt
» meer vervoegingen van berühren
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.
beroeren, strijken langs {ww.}
streifen
leicht berühren
leicht berühren
ik heb beroerd
jij hebt beroerd
hij/zij/het heeft beroerd
ich habe gestreift
du hast gestreift
er/sie/es hat gestreift
» meer vervoegingen van streifen