Vertaling van beschikken over
Inhoud:
Nederlands
Duits
beschikken over, disponeren {ww.}
bestimmen
planen
anordnen
zu seiner Verfügung haben
walten
verfügen
disponieren
planen
anordnen
zu seiner Verfügung haben
walten
verfügen
disponieren
predestineren, voorbeschikken, voorbestemmen {ww.}
vorherbestimmen
wij beschikken voor
jullie beschikken voor
zij beschikken voor
wir bestimmen vorher
ihr bestimmt vorher
sie bestimmen vorher
» meer vervoegingen van vorherbestimmen