Vertaling van besmetten

Inhoud:

Nederlands
Duits
aansteken, besmetten, infecteren, verpesten {ww.}
infizieren
anstecken

wij besmetten
jullie besmetten
zij besmetten

wir infizieren
ihr infiziert
sie infizieren
» meer vervoegingen van infizieren



Gerelateerd aan besmetten

aansteken - infecteren - verpesten