Vertaling van bestudeerd
Inhoud:
Nederlands
Duits
gemaakt, bestudeerd, gekunsteld, gemaniëreerd, gemanierd, onecht, onwaarachtig, gewrongen {bn.}
affektiert
geziert
gezwungen
gekünstelt
unnatürlich
geziert
gezwungen
gekünstelt
unnatürlich
studeren, bestuderen {ww.}
studieren
ik heb bestudeerd
jij hebt bestudeerd
hij/zij/het heeft bestudeerd
ich habe studiert
du hast studiert
er/sie/es hat studiert
» meer vervoegingen van studieren
Ik wil Duits studeren.
Ich will Deutsch studieren.
Ik wil in het buitenland studeren.
Ich will im Ausland studieren.