Vertaling van besturen

Inhoud:

Nederlands
Duits
besturen, dirigeren, mennen, richten, sturen {ww.}
lenken
leiten
steuern
richten
führen
dirigieren

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir lenken
ihr lenkt
sie lenken
» meer vervoegingen van lenken

besturen, binnenbrengen, loodsen {ww.}
steuern
lotsen

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir steuern
ihr steuert
sie steuern
» meer vervoegingen van steuern

besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren {ww.}
führen
leiten

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir führen
ihr führt
sie führen
» meer vervoegingen van führen

Alle wegen leiden naar Rome.
Alle Wege führen nach Rom.
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
Viele Wege führen nach Rom.
besturen, bestieren, managen, administreren, beheren, toedienen {ww.}
verwalten
leiten
administrieren

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir verwalten
ihr verwaltet
sie verwalten
» meer vervoegingen van verwalten

besturen, de scepter zwaaien, heersen, regeren, aansturen {ww.}
beherrschen
regieren
herrschen

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir beherrschen
ihr beherrscht
sie beherrschen
» meer vervoegingen van beherrschen

administreren, beheren, besturen, toedienen {ww.}
verwalten
leiten
administrieren

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir verwalten
ihr verwaltet
sie verwalten
» meer vervoegingen van verwalten

aanvoeren, besturen, regeren {ww.}
befehligen
führen
anführen
leiten

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir befehligen
ihr befehligt
sie befehligen
» meer vervoegingen van befehligen

beheren, besturen, huishouden {ww.}
wirtschaften
haushalten

wij besturen
jullie besturen
zij besturen

wir wirtschaften
ihr wirtschaftet
sie wirtschaften
» meer vervoegingen van wirtschaften

administratie [v], beheer [o], bestuur (mv. besturen) [o], toediening [v] {zn.}
Verwaltung [v] (die ~)
Administration
Betriebsführung [v] (die ~)
Verwalten
management, bestuur (mv. besturen) {zn.}
Management [v] (die ~)
Geschäftsführung [v] (die ~)
bestuur (mv. besturen) [o] {zn.}
Behörde [v] (die ~)
Vorstand [m] (der ~)
Leitung [v] (die ~)
bestuur (mv. besturen) [o], bewind [o], heerschappij [v], regering [v] {zn.}
Regieren
Regierung [v] (die ~)
administratiekantoor [o], bestuur (mv. besturen) [o], administratie [v] {zn.}
Verwaltung [v] (die ~)
Verwaltungsbehörde [v] (die ~)
Administration