Vertaling van betamelijk
Inhoud:
Nederlands
Duits
betamelijk, gepast, geschikt, passend, toepasselijk {bn.}
angemessen
füglich
geeignet
zeitgemäß
füglich
geeignet
zeitgemäß
behoorlijk, betamelijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk {bn.}
gehörig
gebührend
geziemend
anständig
schicklich
dezent
tüchtig
ordentlich
angebracht
passend
angemessen
zusagend
gebührend
geziemend
anständig
schicklich
dezent
tüchtig
ordentlich
angebracht
passend
angemessen
zusagend