Vertaling van bevinden
Inhoud:
Nederlands
Duits
bevinden, constateren, vaststellen {ww.}
konstatieren
als Tatsache feststellen
als Tatsache feststellen
wij bevinden
jullie bevinden
zij bevinden
wir konstatieren
ihr konstatiert
sie konstatieren
» meer vervoegingen van konstatieren
vinden, bevinden, treffen, aantreffen {ww.}
finden
ermitteln
befinden
ermitteln
befinden
wij bevinden
jullie bevinden
zij bevinden
wir finden
ihr findet
sie finden
» meer vervoegingen van finden
Ik moet het vinden.
Ich muss es finden.
Ik moet het vinden.
Ich muss es finden.