Vertaling van bevoegdheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
bevoegdheid [v], recht {zn.}
Recht [o] (das ~)
Befugnis [v] (die ~)
U hebt het recht om te zwijgen.
Sie haben das Recht zu schweigen.
Iedereen heeft het recht op gelijke verloning, zonder discriminatie.
Jeder, ohne Unterschied, hat das Recht auf gleichen Lohn für gleiche Arbeit.
bevoegdheid [v], competentie [v], deskundigheid [v], expertise {zn.}
Sachkenntnis [v] (die ~)
Sachkenntnisse [v] (die ~)
Fachkenntnis


Gerelateerd aan bevoegdheid

recht - competentie - deskundigheid - expertise