Vertaling van bevoordelen
Inhoud:
Nederlands
Duits
begunstigen, bevoordelen, voorstaan, voortrekken {ww.}
bevorteilen
günstig gesinnt sein
zugetan sein
begünstigen
günstig gesinnt sein
zugetan sein
begünstigen
wij bevoordelen
jullie bevoordelen
zij bevoordelen
wir bevorteilen
ihr bevorteilt
sie bevorteilen
» meer vervoegingen van bevorteilen