Vertaling van bijna

Inhoud:

Nederlands
Duits
bijna, bijkans, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat {bw.}
beinahe
fast
schier


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We zijn bijna doodgevroren.

Wir wären fast erfroren.

Het is bijna zomervakantie.

Bald sind Sommerferien.

Het is bijna kerst.

Weihnachten steht vor der Tür.

Ik zwem bijna elke dag.

Ich schwimme fast jeden Tag.

Het avondeten is bijna klaar.

Das Abendessen ist fast fertig.

Het is bijna drie uur.

Es ist beinahe drei Uhr.

Hij is bijna altijd thuis.

Er ist fast immer zuhause.

Het is bijna zes uur.

Es ist fast sechs Uhr.

Hij is bijna altijd thuis.

Er ist fast immer zuhause.

Bijna alle honden zijn levend.

Fast alle Hunde sind am Leben.

De vrouw is bijna doof.

Die Frau ist fast taub.

De vakantie is bijna om.

Der Urlaub ist fast vorbei.

Ik begreep het bijna helemaal!

Ich habe fast alles verstanden!

Het avondeten is bijna klaar.

Das Abendessen ist fast fertig.

Hij komt bijna elk weekend thuis.

Er kommt beinahe jedes Wochenende nach Hause.


Gerelateerd aan bijna

bijkans - haast - schier - vrijwel - welhaast - zo goed als - zowat