Vertaling van binnenkrijgen
Inhoud:
Nederlands
Duits
binnenkrijgen, innemen, inslikken {ww.}
hinunterschlingen
verschlucken
hinunterschlucken
verschlingen
verschlucken
hinunterschlucken
verschlingen
ik zal binnenkrijgen
jij zult binnenkrijgen
hij/zij/het zal binnenkrijgen
ich werde hinunterschlingen
du wirst hinunterschlingen
er/sie/es wird hinunterschlingen
» meer vervoegingen van hinunterschlingen
binnenkrijgen, incasseren, innen {ww.}
kassieren
ik zal binnenkrijgen
jij zult binnenkrijgen
hij/zij/het zal binnenkrijgen
ich werde kassieren
du wirst kassieren
er/sie/es wird kassieren
» meer vervoegingen van kassieren