Vertaling van blazen
Inhoud:
Nederlands
Duits
blazen, waaien {ww.}
wehen
pusten
blasen
pusten
blasen
wij blazen
jullie blazen
zij blazen
wir pusten
ihr pustet
sie pusten
» meer vervoegingen van pusten
waaien, blazen, geblaas {zn.}
Wehen
Blasen
Blasen
blaas (mv. blazen) {zn.}
Blase