Vertaling van blijven

Inhoud:

Nederlands
Duits
blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}
bleiben
übrigbleiben

wij blijven
jullie blijven
zij blijven

wir bleiben
ihr bleibt
sie bleiben
» meer vervoegingen van bleiben

Thuis blijven is saai.
Zuhause bleiben ist langweilig.
Zult ge thuis blijven?
Wirst du zu Hause bleiben?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Zult ge thuis blijven?

Wirst du zu Hause bleiben?

Thuis blijven is saai.

Zuhause bleiben ist langweilig.

Ik zou liever thuis blijven.

Ich würde lieber zuhause bleiben.

Ik zou liever thuis blijven.

Ich würde lieber zu Hause bleiben.

We hadden thuis moeten blijven.

Wir hätten zu Hause bleiben sollen.

Thuis blijven is niet leuk.

Zuhause bleiben ist kein Spass.

Hij kan niet lang blijven.

Er kann nicht lange bleiben.

We willen blijven wat we zijn.

Wir wollen bleiben, was wir sind.

Daarom zal ik hier moeten blijven.

Also muss ich hier bleiben.

We zouden hier beter niet langer blijven.

Wir sollten hier besser nicht länger bleiben.

Zij is gewend laat op te blijven.

Sie ist daran gewöhnt, nachts lange aufzubleiben.

Je moet in contact blijven met meneer Smith.

Sie sollten in Kontakt bleiben mit Herrn Smith.

Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven?

Wie lange werde ich noch im Krankenhaus bleiben müssen?

Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.

Er ging, um bei seinem Vetter zu bleiben.

Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.

Ich hoffe, wir schaffen es, in Kontakt zu bleiben.


Gerelateerd aan blijven

overblijven - resten - resteren - toeven - verblijven