Vertaling van boerderij

Inhoud:

Nederlands
Duits
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
Gut
Bauerngut [o] (das ~)
Landgut [o] (das ~)
Besitzung [v] (die ~)
Bauernhof [m] (der ~)
Eind goed, al goed.
Ende gut, alles gut.
Eind goed, al goed.
Ende gut - alles gut.
boerderij [v], hoeve, hofstede {zn.}
Gutshaus [o] (das ~)


Gerelateerd aan boerderij

goed - landgoed - bezitting - hoeve - hofstede