Vertaling van borst

Inhoud:

Nederlands
Duits
borst [m], jongeling [m], jongeheer {zn.}
Jüngling [m] (der ~)
borst [v], mam, tiet {zn.}
Brust [v] (die ~)
Mutterbrust
Het hart bevindt zich in de borst.
Das Herz befindet sich in der Brust.
boezem [m], borst [v] {zn.}
Brust [v] (die ~)
Schoß [m] (der ~)
Busen [m] (der ~)
barsten, openbarsten, scheuren, springen, bersten, openbersten {ww.}
zerspringen
platzen
zerplatzen
bersten

ik borst
jij borst
hij/zij/het borst

ich zersprang
du zersprangst
er/sie/es zersprang
» meer vervoegingen van zerspringen



Gerelateerd aan borst

jongeling - jongeheer - mam - tiet - boezem - barsten - openbarsten - scheuren - springen - bersten - openbersten