Vertaling van brassen
Inhoud:
Nederlands
Duits
brassen {ww.}
abbrassen
brassen
brassen
wij brassen
jullie brassen
zij brassen
wir brassen
ihr brasst
sie brassen
» meer vervoegingen van brassen
aan de rol zijn, brassen, boemelen, slempen, uitspatten, zwijnen {ww.}
schlemmen
schwelgen
prassen
ein ausschweifendes Leben führen
liederlich leben
ausschweifend leben
schwelgen
prassen
ein ausschweifendes Leben führen
liederlich leben
ausschweifend leben
wij brassen
jullie brassen
zij brassen
wir schlemmen
ihr schlemmt
sie schlemmen
» meer vervoegingen van schlemmen