Vertaling van brengen

Inhoud:

Nederlands
Duits
brengen, dragen, voeren, voorhebben {ww.}
tragen

wij brengen
jullie brengen
zij brengen

wir tragen
ihr tragt
sie tragen
» meer vervoegingen van tragen

Katten dragen geen halsband.
Katzen tragen kein Halsband.
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Ich kann diesen Koffer nicht allein tragen.
aandragen, bezorgen, brengen, aanbrengen {ww.}
bringen
überbringen
heranbringen
eintragen
anbringen

wij brengen
jullie brengen
zij brengen

wir bringen
ihr bringt
sie bringen
» meer vervoegingen van bringen

Dat zal je in gevaar brengen.
Das wird Sie in Gefahr bringen.
Ik zal nog een handdoek brengen.
Ich werde noch ein Handtuch bringen.
besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren {ww.}
führen
leiten

wij brengen
jullie brengen
zij brengen

wir führen
ihr führt
sie führen
» meer vervoegingen van führen

Alle wegen leiden naar Rome.
Alle Wege führen nach Rom.
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
Viele Wege führen nach Rom.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik zal u direct de rekening brengen.

Ich bringe Ihnen sofort die Rechnung.

Tracht geduld op te brengen met anderen.

Versuche, gegenüber anderen geduldig zu sein.

Dat zal je in gevaar brengen.

Das wird Sie in Gefahr bringen.

Ik zal nog een handdoek brengen.

Ich werde noch ein Handtuch bringen.

Tom en Mary brengen veel tijd samen door.

Tom und Maria verbringen viel Zeit zusammen.

Ik wil een boot die me hier ver vandaan zal brengen.

Ich wünsche mir ein Boot, das mich weit weg von hier bringt.

Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.

Ich war auf der Suche nach ein bisschen Aufregung, also beschloss ich, die Handschellen mitzubringen.

Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.

Es war ein Vergnügen, den Abend mit einem so klugen, lustigen und schönen Mädchen wie dir zu verbringen.

De politie is er heel goed in om te begrijpen dat iemand mijn creditcard gestolen heeft en een heleboel geld heeft opgenomen. Het is veel moeilijker om ze bij te brengen dat "iemand mijn magische zwaard gestolen heeft".

Die Polizei ist gut darin, zu verstehen, dass jemand meine Kreditkarte gestohlen hat und viel Geld abgehoben hat. Es ist viel schwieriger, ihnen beizubrigen, dass "jemand mein magisches Schwert gestohlen" hat.


Gerelateerd aan brengen

dragen - voeren - voorhebben - aandragen - bezorgen - aanbrengen - besturen - leiden - geleiden