Vertaling van briesen

Inhoud:

Nederlands
Duits
briesen, brullen, bulken, loeien, uitbrullen {ww.}
brüllen

wij briesen
jullie briesen
zij briesen

wir brüllen
ihr brüllt
sie brüllen
» meer vervoegingen van brüllen



Gerelateerd aan briesen

brullen - bulken - loeien - uitbrullen