Vertaling van broek

Inhoud:

Nederlands
Duits
broek [v], lange broek [v], pantalon [m] {zn.}
Hose [v] (die ~)
Beinkleid
Dat is mijn broek.
Das ist meine Hose.
Mijn broek is nat.
Meine Hose ist nass.
broek [v], drasland [o], moer, moeras {zn.}
Morast [m] (der ~)
Sumpf [m] (der ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Dat is mijn broek.

Das ist meine Hose.

Mijn broek is nat.

Meine Hose ist nass.

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?

Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?

Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?


Gerelateerd aan broek

lange broek - pantalon - drasland - moer - moeras