Vertaling van bruid

Inhoud:

Nederlands
Duits
bruid [v], meisje [o], verloofde {zn.}
Braut [v] (die ~)
Verlobte [v] (die ~)
U mag nu de bruid kussen.
Sie dürfen die Braut jetzt küssen.
bruid [v], jonggehuwde {zn.}
Braut [v] (die ~)


Gerelateerd aan bruid

meisje - verloofde - jonggehuwde