Vertaling van bruineren

Inhoud:

Nederlands
Duits
bruinen, bruineren, bruin maken {ww.}
braun beizen
braun färben
braun machen
brünieren
bräunen

wij bruineren
jullie bruineren
zij bruineren

wir brünieren
ihr brüniert
sie brünieren
» meer vervoegingen van brünieren



Gerelateerd aan bruineren

bruinen - bruin maken