Vertaling van bukken
Inhoud:
Nederlands
Duits
buigen, bukken, zich bukken {ww.}
biegen
wij bukken
jullie bukken
zij bukken
wir biegen
ihr biegt
sie biegen
» meer vervoegingen van biegen
wij bukken
jullie bukken
zij bukken
wir biegen
ihr biegt
sie biegen
» meer vervoegingen van biegen